
Het boerkaverbod is nog niet officieel van kracht, maar drie grote steden hebben al aangekondigd geen prioriteit te geven aan de handhaving ervan. Burgemeester Halsema van Amsterdam zei vrijdag op een wijkbijeenkomst helemaal niet te gaan handhaven. Halsema vindt het verbod “zó niet bij onze stad passen”. De gemeenten Rotterdam en Utrecht zeggen ook geen prioriteit te gaan geven aan het handhaven van de wet.
De serviceafdeling is te bereiken op telefoonnummer 088-0561533. De servicepagina kunt u hier vinden.Klik hier om direct de digitale krant te lezen.
De aankondiging van Halsema leidde tot kritiek in Den Haag en roept verbazing op bij staatsrecht-deskundigen.
Voor meer informatie, klik dan hier en kijk hier voor ons privacy statement en hier voor het privacy statement van TMG.
“Ik denk dat er nog te veel politica in haar zit”, zegt hoogleraar staats- en bestuursrecht Wim Voermans. “Halsema heeft hier niets te willen en ze heeft al helemaal geen ruimte om eigen beleid te voeren”
Halsema heeft het haar critici erg makkelijk gemaakt – Amsterdam
Voermans vindt dat Halsema er een “heel verkeerd signaal” aan de samenleving mee afgeeft. “We hebben een rechtsstaat en één van de mensen die duidelijk moet maken dat we regels hebben, is een burgemeester. Als die daarin gaat winkelen, sommige regels wel belangrijk vindt en andere niet, is dat geen goed idee.”
“Je wordt als burgemeester geacht om de wet te handhaven”, zegt hoogleraar bestuursrecht Herman Broring. “Je mag prioriteren, maar dan moet je een goed verhaal hebben. Dat het verbod niet bij de stad past is geen sterke motivering.”
“De wet gaat in belangrijke mate om symboolpolitiek”, aldus Broring. Hij zegt dat het niet moeilijk is om het verbod te handhaven, maar dat het de vraag is hoe groot het probleem rondom gezichtsbedekking is. “Er wordt gekeken naar de risicos. Als die laag zijn, kun je als burgemeester middelen beter anders inzetten.”
Burgemeester Halsema stelt dat de Amsterdamse agenten te druk zijn om te handhaven. Forum voor Democratie-raadslid Annabel Nanninga hoeft de politie ook niet altijd een rol te spelen. “Het verbod geldt in openbare gebouwen, het openbaar vervoer en ziekenhuizen. Het personeel daar kan iemand gewoon weigeren.” Volgens Nanninga hoeft de politie pas in actie te komen als iemand weigert om mee te werken.
Broring begrijpt dus dat Halsema beleidsmatig andere prioriteiten heeft, maar vindt haar boodschap niet handig geformuleerd. “Je moet als burgemeester uitspreken dat je de wet serieus neemt. Ik denk dat ze hier iets te snel heeft gesproken.”
Kabinet: Halsema moet wet volgen | Binnenland
In de Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding staat dat het verboden is om gezichtsbedekkende kleding te dragen in het onderwijs, de zorg, het openbaar vervoer en in overheidsgebouwen. Het gaat om boerkas, nikabs, bivakmutsen en integraalhelmen.
In juni van dit jaar stemde de Eerste Kamer in met het wetsvoorstel, maar de wet is nog niet in werking getreden.
Minister Ollongren noemt de uitspraken van gemeenten om het boerkaverbod niet te handhaven prematuur. Haar gesprekken met de sectoren die met het verbod te maken gaan krijgen zijn nog in volle gang. Uit deze gesprekken moet ook blijken hoe de wet wordt gerealiseerd en hoe de handhaving wordt vormgegeven. Zolang dat overleg niet is afgerond gaat het verbod nog niet in.
VVD-fractievoorzitter Dijkhoff benadrukte afgelopen weekend dat Amsterdam geen aparte status heeft en ook D66 en CDA zeggen dat de wet gewoon gehandhaafd moet worden. “Burgemeesters worden daarvoor ingehuurd, dat geldt ook voor burgemeester Halsema”, aldus CDA-leider Buma.